spelling |
oapen-20.500.12657-352802022-04-26T11:17:09Z Nationale identiteit en meervoudig verleden Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Grever, Maria Ribbens, Kees sociology sociologie bic Book Industry Communication::J Society & social sciences::JH Sociology & anthropology Sociology Ondanks hun uiteenlopende afkomst, cultuur en godsdienst vinden West-Europese jongeren het land waar zij wonen belangrijk. Toch voelen vooral autochtone jongeren een historische verbondenheid: in Nederland meer dan in Frankrijk en Engeland, en jongens meer dan meisjes. Dat blijkt uit de WRR-Verkenning Nationale Identiteit en meervoudig verleden van prof.dr. Maria Grever en dr. Kees Ribbens van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Grever en Ribbens vroegen ruim 670 leerlingen van 14 tot 18 jaar in Rotterdam, Londen en Lille in hoeverre zij zich vereenzelvigen met het land waarin zij wonen. Welke rol speelt de nationale geschiedenis hierbij? Grever en Ribbens onderzochten in hoeverre Nederlandse, Britse en Franse leerlingen van 14 tot 18 jaar zich identificeren met hun woonland. Zij gaan er hierbij van uit dat er niet één verleden is, maar dat mensen van generatie op generatie allerlei culturele codes overdragen, die in verhalen en herinneringen lang kunnen doorwerken. De onderzoekers gingen na welke betekenis de nationale identiteit voor de jongeren heeft. Ondanks de diversiteit aan achtergronden vinden die allemaal hun woonland belangrijk, al geldt dit sterker voor autochtonen dan voor allochtonen. Dat verschil in betrokkenheid geldt ook de historische interesse. Historische verbondenheid met het woonland - zoals nationale trots - leeft vooral bij autochtonen, in Nederland meer dan in Frankrijk en Engeland. In het algemeen voelen autochtone meisjes die 'nationale trots' minder dan jongens. De verschillen zijn het grootst op het terrein van de godsdienst. Geschiedenis van de godsdienst scoort het hoogst bij veel allochtone groepen, met uitzondering van de Surinaamse en Antilliaanse jongeren. Autochtone jongeren identificeren zich daar nauwelijks mee, al hadden Nederlandse jongeren hier wel weer meer interesse voor dan hun Engelse en Franse leeftijdgenoten. Bij Turkse en vooral Marokkaanse jeugd is er sterke culturele identificatie met de islam. Opvallend is dat, hoewel de onderzochte groepen zich nauwelijks Europeaan of wereldburger voelen, ze wel in Europese geschiedenis en vooral in wereldgeschiedenis geïnteresseerd zijn. 2010-12-31 23:55:55 2019-12-10 14:46:32 2020-04-01T15:37:45Z 2020-04-01T15:37:45Z 2007 book 340049 OCN: 630533012 647791994 9789053563588 http://library.oapen.org/handle/20.500.12657/35280 dut WRR Verkenningen application/pdf n/a 340049.pdf Amsterdam University Press 10.5117/9789053563588 Ondanks hun uiteenlopende afkomst, cultuur en godsdienst vinden West-Europese jongeren het land waar zij wonen belangrijk. Toch voelen vooral autochtone jongeren een historische verbondenheid: in Nederland meer dan in Frankrijk en Engeland, en jongens meer dan meisjes. Dat blijkt uit de WRR-Verkenning Nationale Identiteit en meervoudig verleden van prof.dr. Maria Grever en dr. Kees Ribbens van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Grever en Ribbens vroegen ruim 670 leerlingen van 14 tot 18 jaar in Rotterdam, Londen en Lille in hoeverre zij zich vereenzelvigen met het land waarin zij wonen. Welke rol speelt de nationale geschiedenis hierbij? Grever en Ribbens onderzochten in hoeverre Nederlandse, Britse en Franse leerlingen van 14 tot 18 jaar zich identificeren met hun woonland. Zij gaan er hierbij van uit dat er niet één verleden is, maar dat mensen van generatie op generatie allerlei culturele codes overdragen, die in verhalen en herinneringen lang kunnen doorwerken. De onderzoekers gingen na welke betekenis de nationale identiteit voor de jongeren heeft. Ondanks de diversiteit aan achtergronden vinden die allemaal hun woonland belangrijk, al geldt dit sterker voor autochtonen dan voor allochtonen. Dat verschil in betrokkenheid geldt ook de historische interesse. Historische verbondenheid met het woonland - zoals nationale trots - leeft vooral bij autochtonen, in Nederland meer dan in Frankrijk en Engeland. In het algemeen voelen autochtone meisjes die 'nationale trots' minder dan jongens. De verschillen zijn het grootst op het terrein van de godsdienst. Geschiedenis van de godsdienst scoort het hoogst bij veel allochtone groepen, met uitzondering van de Surinaamse en Antilliaanse jongeren. Autochtone jongeren identificeren zich daar nauwelijks mee, al hadden Nederlandse jongeren hier wel weer meer interesse voor dan hun Engelse en Franse leeftijdgenoten. Bij Turkse en vooral Marokkaanse jeugd is er sterke culturele identificatie met de islam. Opvallend is dat, hoewel de onderzochte groepen zich nauwelijks Europeaan of wereldburger voelen, ze wel in Europese geschiedenis en vooral in wereldgeschiedenis geïnteresseerd zijn. 10.5117/9789053563588 dd3d1a33-0ac2-4cfe-a101-355ae1bd857a 9789053563588 17 224 open access
|